De Feiten
De onderneming NV Echo waar Mevr. Plessers was tewerkgesteld als werknemer, bevond zich in financiële moeilijkheden. De Belgische wetgeving biedt via de procedures van gerechtelijke reorganisatie een uitweg aan ondernemingen in moeilijkheden. Op die manier kunnen ondernemingen waar de financiële problemen niet al te omvangrijk zijn, ontsnappen aan de hakbijl van het faillissement.
Door een overdracht onder gerechtelijk gezag – één van de drie procedures van gerechtelijke reorganisatie - werd een deel van de ondernemingsactiviteit van NV Echo en een deel van de werknemers overgedragen aan NV Prefaco.
Mevr. Plessers werd als werknemer niet overgenomen door NV Prefaco. Mevr. Plessers liet het hier niet bij en besloot een vordering in te stellen voor de arbeidsrechtbank. De arbeidsrechtbank wees haar vordering volledig af. Mevr. Plessers volharde en tekende beroep aan bij het arbeidshof.
Juridische argumentatie
Het arbeidshof wilde via een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie te weten komen of het Belgisch recht wel in overeenstemming was met het Europees recht. Ons recht bepaalt namelijk dat de overnemer bij een overdracht onder gerechtelijk gezag kiest welke werknemers hij wil overnemen. Het Europees recht voorziet met de Richtlijn 2001/23 (hierna: de Richtlijn) in een bescherming van werknemers bij een overname van ondernemingen.
Artikel 3 en 4 van die Richtlijn bepalen dat bij een overname de rechten van alle werknemers mee worden overgedragen. Hierop is echter een uitzondering voorzien in artikel 5 wanneer aan drie voorwaarden is voldaan: (i) verweerder is verwikkeld in een faillissementsprocedure of in een soortgelijke procedure, (ii) met het oog op de liquidatie van het vermogen van de vervreemder en (iii) onder toezicht van een bevoegde overheidsinstantie.
Het Hof van Justitie oordeelde dat een procedure gerechtelijke reorganisatie met het oog op overdracht onder gerechtelijke gezag niet onder de uitzondering valt. Ten eerste is een overdracht onder gerechtelijk gezag uiteraard geen faillissementsprocedure, maar het wordt door het Hof ook niet beschouwd als een soortgelijke procedure. Ten tweede wordt een overdracht onder gerechtelijk gezag net ingevoerd om het geheel of op zijn minst een deel van de activiteiten te behouden. Bijgevolg is de doelstelling dus niet de liquidatie van het vermogen. Tot slot was het Hof van oordeel dat de taak van de gerechtsmandataris – diegene die instaat voor de organisatie en realisatie van de overdracht – beperkter is dan de taak van de curator bij een faillissement.
Gevolgen
Bijgevolg blijven de algemene principes van werknemersbescherming waarin de Richtlijn voorziet van toepassing en kan een overnemer niet meer kiezen welke werknemers hij overneemt.
De positieve kant van het verhaal is dat dit arrest zorgt voor een grotere bescherming van de rechten van werknemers. De negatieve kant is dat er veel sneller zal gekozen worden voor de neerlegging van boeken.
Het is afwachten wat de concrete gevolgen van het arrest Plessers zullen zijn.