Vereenvoudiging en flexibilisering
Blienberg Advocaten zet graag nog even de vennootschapsvormen van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (hierna: WVV) op een rijtje voor u.
De grote uitgangspunten van het WVV zijn enerzijds vereenvoudiging en anderzijds flexibilisering. Vereenvoudiging verwijst naar het feit dat regels in het WVV eenvoudig en kant-en-klaar zijn. De flexibilisering omvat de vrijheid om elke vennootschap aan te passen naar haar specifieke behoeftes.
Om die vereenvoudiging te realiseren werd o.a. het aantal vennootschapsvormen drastisch verminderd. De flexibilisering zorgt er dan weer voor dat de afgeschafte vennootschapsvormen niet helemaal ten dode zijn opgeschreven aangezien zij als varianten van andere vennootschapsvormen kunnen worden aangewend.
Overzicht overgebleven vennootschapsvormen en hun kenmerken
- De besloten vennootschap (de BV)
De BVBA, met name de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid is veranderd sinds 1 januari 2020 naar de BV. Het doel van de BV is om de standaardvennootschapsvorm met beperkte aansprakelijkheid te worden.
Eén van de belangrijkste kenmerken van de BV is dat zij voortaan geen wettelijk kapitaal meer heeft en ook geen minimale inbreng meer vereist. De oprichters moeten, gelet op hun mogelijke toekomstige oprichteraansprakelijkheid, een voldoende aanvangsvermogen voorzien. Ter staving hiervan zijn de oprichters verplicht om een financieel plan op te stellen zoals bepaald in het WVV.
Ter bescherming van de schuldeisers heeft de wetgever bij een uitkering aan de aandeelhouders een dubbele verplicht test opgelegd: de netto-actieftest en de liquiditeitstest.
Aangezien de BV noch kapitaal, noch een meerderheid aan aandeelhouders vereist, zijn de varianten van de BVBA nl. de S-BVBA en de EBVBA bij deze ook verdwenen.
- De coöperatieve vennootschap (de CV)
De CV is in de plaats van de vroegere CVBA gekomen. De CV wordt nu voorbehouden als vennootschapsvorm bij echte samenwerkingsdoeleinden die beantwoorden aan de ICA-coöperatieprincipes[1] zoals bv. vrijwillig en open lidmaatschap of democratische controle door de leden.
Voorheen werd de CVBA als vennootschapsvorm gebruikt voor allerlei soorten ondernemingen waaronder ook de vrije beroepers dewelke niet beantwoorden aan de ICA-principes.
- De naamloze vennootschap (de NV)
De NV heeft haar naam gewoon behouden maar haar regelgeving werd wel sterk vereenvoudigd. Belangrijke wijzigingen bij de NV zijn o.a. de mogelijkheid om een NV eenhoofdig op te richten, de mogelijkheid om te opteren voor een monistisch (enkel een raad van bestuur), duaal (een raad van toezicht en een directieraad) of eenhoofdig bestuur. Daarnaast is ook het facultatief karakter van de ad-nutum afzetbaarheid van bestuurders een belangrijke wijziging voor de NV en de mogelijkheid om aandelen uit te geven met een meervoudig stemrecht..
Onder het W. Venn bestonden er 3 contractuele vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid: de stille vennootschap, de tijdelijke vennootschap en de maatschap. Deze drie vormen worden nu gegoten in 1 algemene vennootschapsvorm zonder rechtspersoonlijkheid nl. de maatschap.
Contractueel kan men echter nog steeds een tijdelijke maatschap of stille maatschap bepalen.
De afgeschafte vennootschapsvormen en hun variaties
- De commanditaire vennootschap op aandelen (Comm.VA) werd afgeschaft. De Comm.VA kan nu echter de vorm van een NV aannemen onder het WVV aangezien een NV kan worden geleid door een eenhoofdig bestuur en waarbij de statuten bepalingen kunnen opnemen omtrent haar hoofdelijke aansprakelijkheid en haar ontslag.
- De coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid (CVOA) en het Belgisch economisch samenwerkingsverband (ESV) worden volledig afgeschaft. Zij komen ook niet meer voor in variaties van de overlevende vennootschapsvormen.
- De vennootschap met sociaal oogmerk (VSO) verdwijnt als aparte vennootschapsvorm maar kan in het WVV wel de vorm aannemen van een CV wanneer het voornaamste doel van die CV erin bestaat om een positief maatschappelijke impact op mens, milieu of maatschappij te verwezenlijken. De minister van Economie kan dergelijke vennootschap dan erkennen als sociale onderneming weliswaar mits bepaalde voorwaarden omtrent de uitgaves van dividenden worden nageleefd
- Tot slot wordt ook de landbouwonderneming (LV) an sich afgeschaft. Deze vennootschapsvorm op zich is een overbodige vorm aangezien ze de vorm van een BV, CV of Comm. V kan aannemen. Indien gewenst en indien voldaan is aan bepaalde voorwaarden kunnen laatstgenoemde vennootschapsvormen wel erkend worden als LV.
[1] ICA- coöperatieprincipes: International Co-operative Alliance