Hoever kan de verhuurder terug gaan in de tijd voor de invordering van huurgelden.
Zou een aannemer die een machine heeft gehuurd kunnen aangesproken worden tot betaling van achterstallige huurgelden van 8 jaar geleden?
Wetgeving
Het antwoord hierop is – in principe – neen en dit op basis van artikel 2277 van het Oud Burgerlijk Wetboek.
Dit artikel geeft een opsomming van soorten schuldvorderingen waarbij een verjaringstermijn van 5 jaar geldt. Hieronder valt o.m. schuldvorderingen bij levering van goederen en diensten via distributienetten, levering van telecomdiensten, huishuur, … Daarnaast omvat dit artikel ook een algemene verjaringstermijn van 5 jaar voor ‘al hetgeen betaalbaar is bij het jaar of bij kortere termijnen’.
Onder deze laatste bepaling vallen ook de betaling van maandelijkse huurgelden. De vordering tot betaling van huur van een machine, zoals hierboven aangehaald, verjaart dus na 5 jaren. De verhuurder kan dus geen aanspraak meer maken op de huurgelden die reeds meer dan 5 jaren verlopen zijn.
Let op, de vordering van de huurder om teveel betaalde huur terug te vorderen verjaart na één jaar.
Er kan echter van die vijfjarige termijn worden afgeweken indien een bijzondere wetsbepaling hierin voorziet voor een specifieke situatie.
Geen ambsthalve toepassing
Het is wel aan de huurder om de verjaringstermijn voor de rechtbank op te werpen. De rechtbank mag de verjaringstermijn nl. niet ambsthalve opwerpen. Indien de huurder dit nalaat, zal de rechtbank toch de vordering van de verhuurder inwilligen, ook al gaat het in se om verjaarde schulden.