Het Kapitaal
Eén van de grootste of misschien wel dè grootste wijziging sinds het WVV is de afschaffing in de BV van het kapitaalconcept. Voorheen bedroeg het minimumkapitaal 18.550 euro in de BVBA. Voor veel startende ondernemers vormde dit een drempel. Het WVV heeft nu een andere weg ingeslagen, een BV kan nu namelijk worden opgericht zonder dat er de storting van een minimum bedrag (= kapitaal) vereist is. Bijgevolg wordt de vroegere S-BVBA een overbodige vennootschapsvorm, die dus geschrapt werd.
Afschaffing van het kapitaal
Voor reeds bestaande BVBA’s , werd sinds 1 januari 2020 het volgestort gedeelte van het kapitaal en de wettelijke reserve van de BVBA’s van rechtswege omgezet in een statutair onbeschikbare eigenvermogensrekening. De aandeelhouders beslissen om via een statutenwijziging de onbeschikbare eigenvermogensrekening om te zetten in beschikbare eigenvermogensrekening.
Doordat er geen kapitaal meer bestaat en ook geen onbeschikbaar eigen vermogensrekening, moeten er (1) geen notariskosten gemaakt worden bij een ‘vermogensvermindering’ en (2) de criteria inzake de alarmbelprocedure en de uitkering van kapitaal en dividend versoepelen.
Bescherming van de schuldeisers
Een terechte vraag die u zich kunt stellen is of er dan niets in de plaats komt van het kapitaal aangezien het kapitaal toch een belangrijke bescherming bood aan de schuldeisers. Die bescherming bestond erin dat aandeelhouders nooit dividenden mochten uitkeren tot onder de waarde van het minimumkapitaal en bij vermindering van het eigen vermogen onder de helft van het kapitaal, de alarmbelprocedure moest worden toegepast. Het WVV moest dus voorzien in andere beschermingsmaatregelen.
Financieel plan
Allereerst is er het verplicht financieel plan. Het financieel plan verplicht de oprichters om van aan de start stil te staan bij de voorgenomen bedrijvigheid van de vennootschap en het aanvangsvermogen dat zij hiervoor voorzien. Dit zou een te lichtzinnige oprichting van vennootschappen moeten beletten.
Netto -actieftest – liquiditeitstest
Een tweede – zeer belangrijke – waarborg voor schuldeisers zijn de twee uitkeringstesten.
De netto-actieftest – deze wordt uitgevoerd door de algemene vergadering - moet verzekeren dat de uitkering er niet toe leidt dat het eigen vermogen negatief wordt of dat het zou dalen onder het eigen vermogen dat door de statuten onbeschikbaar is gemaakt. In de BV waar er een statutair beschikbare eigenvermogensrekening is, mag het netto- actief niet onder nul gaan.
Via de liquiditeitstest moet het bestuursorgaan nagaan of de vennootschap na de uitkering nog in staat zal zijn om de schulden af te lossen die opeisbaar worden binnen een termijn van twaalf maanden vanaf de uitkering.
De bestuurders zullen op basis van deze laatste test beslissen of en hoeveel er mag worden uitgekeerd. Zij kunnen weigeren ook al was het resultaat van de netto-actieftest positief.
Alarmbelprocedure
Tot slot moest ook de alarmbelprocedure herdacht worden in het licht van de afschaffing van het kapitaalbegrip. Van zodra het netto-actief negatief is of dreigt negatief te worden en als de vennootschap niet meer in staat is haar voor de volgende twaalf maanden af te lossen, moet het bestuursorgaan de algemene vergadering bijeenroepen binnen de twee maanden.
Doorheen de drie blogs heeft u wellicht gemerkt dat de wetgever getracht heeft om de keywords van het WVV namelijk vereenvoudiging, flexibilisering en modernisering zoveel mogelijk te realiseren.
In een volgende reeks zal Blienberg Advocaten u meer toelichting geven omtrent de wijzigingen die het WVV heeft doorgevoerd aan de NV.